Specialisten in Stamrecht BV’s

Beleidsbesluit 3 juli 2014 inzake gedeeltelijke opname loonstamrechten

Op 3 juli 2014 is een nieuw fiscaal beleidsbesluit inzake pensioen en (loon)stamrechten in de Staatscourant gepubliceerd (BLKB2014/0351M). Dit besluit biedt o.m. een belangrijke goedkeuring vooruitlopend op wetgeving voor het (gedeeltelijk) opnemen c.q. afkopen van (loon)stamrechten. Het gaat om het volgende.
Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van het Belastingplan 2014 (Stb. 2013, 565) is reeds aangekondigd dat de in het Belastingplan 2014 opgenomen tekst van artikel 39f, lid 2, Wet LB 1964 gewijzigd wordt, om te verduidelijken dat het ook mogelijk is dat uitkeringen ingevolge op 31 december 2013 bestaande aanspraken op periodieke uitkeringen als bedoeld in artikel 11, lid 1, onderdeel g, Wet LB 1964 (tekst tot 1 januari 2014) of het tegoed van een stamrechtspaarrekening of de waarde van een stamrechtbeleggingsrecht als bedoeld in artikel 11a Wet LB 1964 (tekst tot 1 januari 2014) voor een deel vervroegd worden ontvangen, oftewel dat een deel van het (loon)stamrecht wordt afgekocht, zonder dat dit tot toepassing van artikel 19b Wet LB 1964 leidt (Kamerstukken I, 33.752, nr. D, blz. 24).

De aangekondigde aanpassing van artikel 39f, lid 2, Wet LB 1964 is opgenomen in het wetsvoorstel 'Fiscale verzamelwet 2014′ (Kamerstukken II, 33.950, nr. 2, blz. 3). Dit wetsvoorstel is nog in behandeling bij de Tweede Kamer. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de wijziging van artikel 39f, lid 2, Wet LB 1964 heeft de staatssecretaris van Financiën alvast het volgende goedgekeurd.

In afwijking van het huidige artikel 39f, lid 1, Wet LB 1964, is met ingang van de inwerkingtreding van het besluit BLKB2014/0351M een vervroegde opname c.q. afkoop in gedeelten toegestaan voor op 31 december 2013 bestaande verzekerde en bancaire (loon)stamrechten als bedoeld in artikel 11, lid 1, onderdeel g, respectievelijk artikel 11a Wet LB 1964 (teksten 31 december 2013). Artikel 19b Wet LB 1964 is in dat geval niet van toepassing ter zake van deze vervroegde opname/afkoop. De (gedeeltelijke) afkoopsom wordt bij belastingplichtige wel in haar geheel in box 1 in de – progressieve – belastingheffing betrokken, maar bij gebruikmaking van de regeling wordt er geen revisierente geheven! Gebruikmaking van de regeling berust op een keuze van de belastingplichtige en betreft dus geen verplichting. Een (loon)stamrecht mag natuurlijk ook altijd nog worden uitgekeerd in de vorm van periodieke uitkeringen.

Overigens geldt bij gedeeltelijke opname/afkoop van het stamrecht dat de 80%-regeling van artikel 39f, lid 3, Wet LB 1964 geen toepassing vindt! Deze 80%-regeling geldt namelijk alleen bij een volledige aanwending ineens van de aanspraak.

De hiervoor beschreven goedkeuring treedt in werking met ingang van 3 juli 2014 en werkt terug tot en met 1 januari 2014!

< terug